Plantverzorging
De beste verzorging voor je planten
Kamerplanten voorzien een huis van kleur, geur, gezuiverde lucht en frisheid. Het verzorgen kan in eerste instantie voor veel mensen een probleem vormen. Als je je echter even verdiept in wat basiskennis, kan iedereen zonder veel moeite van zijn kamerplanten genieten.
Als je bedenkt dat planten gewoon uit de natuur komen, dan kun je bedenken dat er eigenlijk voor elke plek in huis wel een plant bestaat. We staan er echter niet altijd bij stil dat al deze planten van oorsprong uit een heel ander klimaat komen dan onze huiskamer. Uiteraard vragen al deze planten een aangepaste verzorging en vooral in de winterperiode is extra aandacht nodig. We kunnen nu eenmaal in onze huiskamer niet de groeiomstandigheden van een woestijn of een tropisch regenwoud imiteren, maar als je met de volgende verzorgingstips rekening houdt, moet het lukken om de ideale groeiomstandigheden te creëren.
Onder deze mooie planten boxen vind je meer details over de verzorging.
Potgrond
De wortels van een plantje hebben maar weinig ruimte waar ze voedsel uit moeten betrekken. Kies daarom altijd voor een potgrond van hoge kwaliteit waar het evenwicht tussen lucht en vocht gegarandeerd is. De potgrond moet luchtig zijn en genoeg voedingsstoffen bevatten. Blijft water bij het gieten op de potgrond staan of loopt het in één keer door naar de onderkant, dan is de potgrond van slechte kwaliteit.
Planten water geven
Water geven is een kunst. Er zijn niet echt vaste regels omdat er ook hier verschillende factoren zijn die bepalen hoe groot of klein de waterbehoefte is. Uiteraard zijn er wel enkele basisregels waarmee je het beste rekening mee kunt houden:
Een veel voorkomende fout is de kluit voortdurend nat te houden. De wortels van planten die steeds met de ‘voeten’ vochtig staan, gaan rotten of er vormen zich schimmels op de wortels. Het water moet steeds kunnen wegvloeien. Maak eventueel gebruik van onderschotels. Laat de potgrond echter ook nooit volledig uitdrogen.
De meeste bladplanten waarderen een goede nevelbeurt. Nevel niet op bloemen of op planten met fluweelachtige bladeren. Gebruik een plantenspuit op de meest fijne stand en maak zoveel mogelijk gebruik van zacht water. Leidingwater kan hard zijn, dit kan kalkvlekken op de bladeren geven. Kalk kan ook de opname van ijzer door de planten bemoeilijken. Gekookt leidingwater is na afkoeling perfect bruikbaar.
Gebruik water op kamertemperatuur en geef dit zoveel mogelijk water op de potgrond zelf en niet op de bladeren en/of bloemen; Ook watergeven via de onderschotel is een goed idee. De frequentie en hoeveelheid van het watergeven is ook afhankelijk van de plaats waar planten staan: warm en zonnig of op een koele donkerder plaats.
Voeg regelmatig vloeibare meststof toe aan het gietwater, vooral tijdens het groei- en bloeiseizoen. Sierpotten kunnen voorzien worden van een laagje kleikorrels op de bodem van de pot. Zit de plant in een aardewerk pot, dan moet deze vaker water krijgen omdat aardewerk het water absorbeert en zelf veel water verdampt.
Beste standplaats voor je plant
Gefilterd zonlicht is voor de meeste planten geschikt. In het algemeen geldt: hoe meer licht in de kamer, hoe beter voor de planten. Vermijd echter zoveel mogelijk de volle zon.
Planten met bonte bladeren hebben meestal meer behoefte aan een lichte plaats. Ook een zo gelijkmatig mogelijke temperatuur (boven de 20°) is voor de meeste kamerplanten ideaal. Hou altijd rekening met temperatuurschommelingen en koude nachttemperaturen; Door het huis trekkende tocht door meerdere open deuren en ramen vinden de meeste planten niet heel erg prettig. Zet je planten ook niet te dicht bij een radiator. Veel soorten planten hebben ‘s winters echter behoefte aan een rustperiode en kunnen dan het beste even op een iets koelere plaats gezet worden.
Luchtvochtigheid
De relatieve vochtigheid waarbij de meeste planten het beste gedijen ligt tussen 40 en 65%. Vochtige lucht kan snel verloren gaan door vaak in huis te ventileren. Verhoog de luchtvochtigheid door gebruikt te maken van verdampers, zoals een waterreservoir om aan de radiator te hangen.
Verpotten van planten
Hoe vaak en wanner je moet verpotten, hangt af van de soort plant, de verzorging, de grootte. Als de wortelkluit van je plant duidelijk te groot is geworden (bijvoorbeeld als je wortels via de gaten in de pot naar buiten groeien), kan je deze het beste verpotten in het voorjaar. Als je plant niet goed meer groeit of bloeit en de nieuwe bladeren blijven klein, dan kan dat een teken zijn dat de grond is uitgeput.
Laat de wortelkluit zoveel mogelijk onbeschadigd. Enkele uren uur voor het verpotten flink water geven, maakt het verwijderen van de pot meestal gemakkelijker.
Zorg dat de nieuwe pot drainagegaten heeft en dat deze ongeveer 2 cm groter is dan zijn voorganger. Maak je gebruik van hydrokorrels, leg dan een laagje van ongeveer 2 cm goed vochtige korrels op de bodem. Tip! Leg ze voor gebruik een nacht in water zodat ze goed verzadigd zijn.
Vul de pot met nieuwe potgrond en zorg ervoor dat de plant net zo diep komt te staan als in de oude pot. Nu nog even de grondlaag goed aandrukken met de vingers; vergeet niet om een keer goed water te geven. als je goede potgrond gebruikt, heeft de plant de eerste zes weken geen extra voeding nodig